Monday, December 10, 2012

Verkiezingen in Amerika.

Aangezien het een ingewikkeld verhaal is en er wel eens vragen over komen, probeer ik hier iets er over uit te leggen. De VS kent een systeem waarin het lijkt alsof er maar twee partijen zijn. Dit is niet helemaal waar, maar omdat er aan het eind van de rit maar twee echt grote blokken overieind blijven, sneeuwt de rest onder. De verkiezing door de kiesmannen gaat in de meeste staten volgens het principe First past the post. Dat wil zeggen dat degene die in een bepaalde staat de meeste stemmen haalt, alle kiesmannen van die staat in zich verenigt. Wint een kandidaat in een staat, dan krijgt hij alle zetels, ook die van de andere kandidaten, want die hebben immers verloren. Men kent in Amerika geen evenredige vertegenwoordiging zoals in Nederland. Bovendien hebben de staten allemaal een andere hoeveelheid kiesmannen, waardoor het mogelijk is dat degenen met de meeste stemmen toch niet de president wordt, maar degene die wint in de staten ( en dat kunnen dunbevolkte gebieden met veel afgevaardigden zijn en andersom) met de grootste aantallen kiesmannen/zetels. Go figure. 
Daarnaast is het eigenlijk niet zo heel erg belangrijk wie er president wordt in de VS. De macht ligt op een heel andere plek. De Amerikaanse Senaat vormt samen met het Amerikaans Huis van Afgevaardigden het Amerikaanse Congres, de wetgevende macht binnen de federale overheid van de VS. Dat betekent dat er net als bij ons een tweekamerstelsel is met een wetgevende macht en een controlerende macht. En hier ligt niet altijd de meerderheid bij de partij wiens kandidaat president is geworden. 

De president kan niet zelfstandig wetten inbrengen, dat doet zijn "club" in het lagerhuis, het Huis van afgevaardigden. De senaat kan dit vervolgens blokkeren. In het Huis kan een wet al struikelen als de tegenstander de meerderheid in dat orgaan heeft, en anders struikelt het wel in de Senaat. Als binnen het Congres niet wordt samengewerkt door het Huis en de Senaat, komt er geen verandering, geen wet, van de grond. De president is het uithangbord van het Congres, van de VS. Maar hij moet van goeden huize komen wil hij invloed hebben op deze ingewikkelde machtsstrijd die al vanaf 1789 bestaat. Alleen een zeer goede diplomaat kan proberen de partijen met elkaar om de tafel te krijgen, of anders de sfeer in het land een bepaalde kant op te sturen voor de volgende verkiezingen. 
Er zijn dus wel degelijk meer partijen in de VS buiten republikeinen en democraten. Maar ze hebben geen miljard dollar om een campagne te voeren, als ze in de voorverkiezingen de kiesdrempel niet halen, gaat al hun politieke winst naar de grootste, en dat zijn dan traditioneel de democraten of de republikeinen.
Amerika lijkt een heel erg modern land. Maar eigenlijk valt dat wel mee. De gemiddelde amerikaan houdt niet van de overheid. Veel overheidsprojecten, zoals infrastructuur of het herzien van bepaalde wetgeving (denk aan gezondheidszorg of de zeer verouderde kieswet) heeft geen prioriteit. Dit merk je ook als je door het land reist. Wegen en spoorwegen zijn erg antiek, electriciteit ligt overal nog boven de grond, huizenbouw en projectontwikkeling is een zuiver particuliere aangelegenheid. En gebeurt dus alleen op plekken waar het winstgevend is. De meeste gebieden zijn onderontwikkeld hierdoor, maar niemand heeft daar echt aandacht voor. Des te vreemder is de emotie die gepaard gaat met het kiezen van een nieuwe president. Je vraagt je af waarom mensen niet net zo hard gaan op de echt belangrijke thema's, het verbeteren van hun leefomgeving en hun economische uitgangspositie....

No comments:

Post a Comment